FUNDAMENT ISO 26000 GUIDANCE ON SR

Ontwerpspecificatie MVO-richtlijn af!

De ISO-werkgroep voor Social Responsibility heeft het fundament voor ISO 26000 gelegd tijdens haar tweede werkgroepvergadering (26-30 september 2005) in Thailand. ISO 26000 zal organisaties richtlijnen bieden voor het operationaliseren van MVO, het identificeren en betrekken van stakeholders en het vergroten van geloofwaardigheid van claims en communicatie op het terrein van MVO. De ‘Bangkok-meeting’ werd bijgewoond door 350 deelnemers uit 54 landen. Het aantal experts uit ontwikkelingslanden is hierbij sterk groeiende: op deze vergadering waren het er 154. Verder waren 24 liaisonorganisaties vertegenwoordigd, zoals ILO, GRI, UN Global Compact, ICC, IOE, Ecologica, SAI, Consumers International, WHO, ICFTU, UNCTAD en WBCSD. Aantallen die ook voor ‘ISO-begrippen’ groot van omvang zijn. Kortom, de belangstelling was weer groot.

Belangrijkste discussieonderwerpen…

De sfeer voorafgaand aan de vergadering was zeker gespannen te noemen. Hardop is door gerenommeerde experts uitgesproken dat deze vergadering ‘voor ISO érop of eronder’ was. Zou het de internationale werkgroep lukken om consensus onder de 6 stakeholder-categorieën te krijgen over het ontwerp voor de richtlijn, ondanks de vele tegenstrijdige commentaren die al ingediend waren? Wat waren de meest heikele punten? De belangrijkste discussies werden gevoerd over: – Voor wie is ISO 26000 bedoeld? Voor het bedrijfsleven of alle typen organisaties? – Welke (bestaande) MVO-principes worden meegenomen in de Guidance en welke rol spelen zij dan? – Wordt stakeholder engagement in een apart hoofdstuk van de Guidance behandeld of komt dit thema door het gehele document heen aan de orde? – Moet er aandacht worden besteed aan verificatie en zo ja, hoe? – Hoe liggen de relaties tussen de verschillende onderwerpen?

Voor wie is ISO 26000 bedoeld?

De discussie over de doelgroep voor ISO 26000 ging om de vraag of de richtlijn toepasbaar moet zijn voor alle typen organisaties (OSR: Organizational Social Responsibility) òf alleen voor het bedrijfsleven (CSR: Corporate Social Responsibility)? Voornamelijk NGO’s en overheden waren over het algemeen van mening dat bepaalde onderdelen van ISO 26000 voor hun type organisaties minder goed toepasbaar zijn. Het bedrijfsleven bleef van mening dat ISO 26000 voor alle organisaties toepasbaar moet worden. Uiteindelijk is afgesproken dat eventueel in de toekomst voor bepaalde doelgroepen specifieke richtlijnen in ISO 26000 toegevoegd kunnen worden, maar dat de richtlijn in principe bedoeld is voor alle typen organisaties.

Welke MVO-principes? Wie zich gaat verdiepen in MVO kent het wel…het woud van principes op dit terrein. Om te voorkomen dat organisaties door de bomen het bos niet meer zien, is het de bedoeling dat ISO 26000 hierin verduidelijking gaat geven. Aan de orde dienen dus ‘inhoudelijke’ principes op het gebied van MVO te komen, die te maken hebben met het respect voor mens en milieu en die vastgelegd zijn in bijvoorbeeld internationale conventies van de VN en ILO, richtlijnen van de OESO, of in een set als de UN Global Compact. Maar wordt er naar verwezen in ISO 26000? Of worden ze herhaald in ISO 26000? Er is in ieder geval besloten dat de principes niet geherinterpreteerd zullen worden in ISO 26000. De Guidance zal aansluiten bij bestaande ‘inhoudelijke’ principes. Naast inhoudelijke principes kent MVO ook een aantal ‘proces/attitude’ principes, zoals ‘transparantie’ of het ‘afleggen van verantwoordelijkheid’. Hoe dienen deze principes in ISO 26000 meegenomen te worden? Over MVO-principes en hun rol in de richtlijn is men het binnen de werkgroep nog niet eens geworden. Het blijft een belangrijk onderdeel van discussie.

Hoe wordt stakeholder engagement behandeld? Het identificeren en betrekken van stakeholders bij het opzetten en operationaliseren van MVO is een cruciaal onderdeel. Consultatie van belanghebbenden vindt plaats bij de keuzes van principes en onderwerpen binnen een organisatie, maar bijvoorbeeld ook bij het presenteren van de resultaten. Bij voorkeur vindt voortdurend dialoog plaats tussen de organisatie en haar stakeholders. Voor de experts van de internationale ISO-werkgroep lag de vraag of het behandelen van richtlijnen voor stakeholder engagement in een apart hoofdstuk meer toegevoegde waarde zou hebben dan behandeling door het gehele document heen. Conform de situatie in de praktijk is gekozen voor het geven van richtlijnen voor stakeholder engagement bij elk onderdeel van het proces van MVO en dus niet als een apart onderdeel in een apart hoofdstuk.

Aandacht besteden aan verificatie? Een ander heikel punt in de discussies rondom de MVO-richtlijn is of aandacht besteed moet worden aan vormen van toetsing op de wijze waarop organisaties invulling geven aan of communiceren over MVO. Duidelijk uitgesproken is dat ISO 26000 niet voor certificatiedoeleinden ontwikkeld wordt, maar betekent dat ook dat er helemaal geen aandacht aan het onderwerp toetsing gegeven moet worden? De Nederlandse delegatie heeft meerdere keren naar voren gebracht dat aandacht voor verificatie in ISO 26000 thuis hoort, omdat de geloofwaardigheid van rapportages en claims door verificatie vergroot kan worden. Niet voor niets zijn ‘transparantie’ en het ‘afleggen van verantwoordelijkheid’ kernbegrippen bij MVO. Uiteindelijk is in de werkgroep afgesproken dat, in hoofdstuk 7 over de operationalisering van MVO, aandacht besteed zal worden aan ‘performance assessment’.

Hoe liggen de relaties tussen verschillende onderwerpen? Een procesmodel zoals ISO 9001 of ISO 14001 kent, is (nog) niet ontwikkeld voor ISO 26000 en het is de vraag of dat er ook komt, ook al omdat nadrukkelijk is uitgesproken dat ISO 26000 geen managementsysteemnorm zal worden. Toch zou het goed zijn als de relaties tussen de verschillende onderwerpen verduidelijkt te worden. Nederland heeft hiervoor een voorstel gedaan in de zogenoemde “Dutch view”, waar veel positieve reacties opkwamen. Kortom, voldoende voer voor discussie… Maar een aantal randvoorwaarden van ISO 26000 waar iedereen het over eens is, worden ook steeds duidelijker. Zo neemt de discussie inmiddels af over de volgende zaken: – ISO 26000 zal consistent en niet in tegenspraak zijn met bestaande internationale conventies en verdragen; – ISO 26000 zal rekening houden met variërende lokale omstandigheden; – ISO 26000 zal in meer of mindere mate uiteindelijk een gemeenschappelijk begrippenkader op het terrein van Social Responsibility bevorderen; – ISO 26000 wordt geen norm voor een MVO-managementsysteem en is niet bedoeld voor certificatie; en vooral – ISO 26000 geeft ondersteunende richtlijnen voor organisaties die MVO willen operationaliseren.

Consensus over het ontwerp Dankzij een minder gedetailleerde beschrijving van de inhoud, goede procesbegeleiding, het serieus nemen van alle commentaren (!) en een toegeeflijke sfeer is men het in Bangkok inderdaad eens geworden over de Design Specification, het ontwerp voor ISO 26000. Op hoofdstukniveau is de structuur van ISO 26000 vastgelegd. ————————————————————De structuur van ISO 26000 0. Introduction 1. Scope 2. Normative references 3. Terms and definitions 4. The SR context in which all organizations operate 5. The SR principles relevant to organizations 6. Guidance on core SR subjects/issues 7. Guidance for organizations on implementing SR 8. Guidance Annexes Bibliography ——————————————————– Dit neemt niet weg dat bij invulling van de verdere details ongetwijfeld nog veel discussies zullen ontstaan. Belangrijke Nederlandse commentaren, zoals aandacht voor verificatie of aandacht voor supply chain issues, zullen dan ook weer worden meegenomen. Hier heeft de Nederlandse delegatie, bestaande uit Gerard Oonk (Woordvoerder MVO-platform) en Louise Bergenhenegouwen (secretaris Nederlandse normcommissie MVO) zorg voor gedragen. Geconcludeerd kan worden dat de sfeer met de dag verbeterde en dat het vertrouwen in ISO, het normontwikkelingsproces en het uiteindelijke resultaat ISO 26000 aan het einde van de week hoger dan ooit tevoren was. Naast de goedkeuring van de Design Specification zijn ook afspraken gemaakt over de nieuwe werkstructuur gekoppeld aan de hoofdstukindeling in de Design Specification. Het schrijven van de eerste teksten van de hoofdstukken 1, 4, 5, 6 en 7 zal plaatsvinden in 3 nieuw opgerichte taakgroepen. Deze taakgroepen worden door genomineerde experts uit de 6 stakeholdercategorieën (Industry, Labour, Government, NGO’s, Consumers and Service, support and research’) gevuld. Binnen de Nederlandse normcommissie MVO wordt momenteel gekeken welke normcommissieleden welke taakgroepen actief gaan volgen en van welke Nederlandse inbreng gaan voorzien. Tijdens het normontwikkelingsproces blijft evenwichtige participatie van stakeholdergroepen erg belangrijk. Alle stakeholdergroepen hebben nagenoeg elke dag, ‘sochtends vroeg of ’s avonds laat, bijeenkomsten gehad om meningen te formuleren of andere zaken te regelen. Elke stakeholdergroep heeft haar eigen groep gedefinieerd, zodat in de toekomst duidelijker is wie onder welke stakeholdercategorie valt. Ook hebben alle stakeholdergroepen interne werkafspraken gemaakt en bijvoorbeeld afgevaardigden aangewezen voor de CAG, de Chairman Advisory Group.

De toekomst… Alle tot nu toe ingediende commentaren worden door de 3 nieuw opgerichte taakgroepen meegenomen en van deze taakgroepen worden eind maart 2006 de eerste ‘Working Draft’ verwacht voorcommentaar. In de eerste week van april 2006 zal de Nederlandse normcommissie één of meerdere vergaderingen hebben om het commentaar en de suggesties in te brengen. In mei of juni 2006 zal de derde ISO werkgroepvergadering, met als hoofddoel het verwerken van de commentaren op de concepthoofdstukken, plaatsvinden in Lissabon, Portugal. Volgens de planning zal ISO 26000 uiteindelijk in Oktober 2008 definitief gepubliceerd worden.