BEGROTING MINISTERIE VAN LNV

Veilig voedsel, bewuste keus Voedselveiligheid en voedselkwaliteit staan volop in de belangstelling In 2006 worden Europese maatregelen van kracht die de hygiëne van levensmiddelen en diervoer regelen. LNV wil met zijn beleid op het gebied van voedselveiligheid en voedselkwaliteit twee zaken bereiken: een kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en een verantwoord consumptiepatroon. Het beleid zet enerzijds producenten aan tot de productie van kwalitatief hoogwaardige producten en het aanpakken van voedselrisico’s in ketenverband. Anderzijds wil het consumenten stimuleren om bij het kopen van voedingsproducten rekening te houden met voedselkwaliteit in de brede zin van het woord, inclusief aspecten als dierenwelzijn, milieu, fair trade en ecologie. Daarnaast wil de overheid consumenten bewust maken van het belang van zorgvuldig omgaan met voedsel (bewaren, bereiden e.d.). Het onderwerp ‘diergezondheid en crisisbestrijding’ hangt ten dele samen met voedselveiligheid. Sommige dierziekten hebben een directe relatie met de volksgezondheid, zoals BSE; andere niet of nauwelijks. Toch hebben vrijwel alle dierziektecrises gevolgen voor het vertrouwen van consumenten in het voedsel dat in Nederland geproduceerd wordt. Een belangrijke doelstelling van het LNV-beleid is dan ook een hoog gezondheidsniveau voor de Nederlandse veestapel en het voorkomen van uitbraken van besmettelijke dierziekten. Hygieneregels voor voedselproductie Een belangrijke activiteit in 2006 is het implementeren van verordeningen die voortvloeien uit de General Food Law (GFL). Deze Europese kaderwet eist van het bedrijfsleven dat het garandeert dat zijn producten voldoen aan de wettelijke eisen. Op 1 januari 2006 treedt een pakket aan hygiëneverordeningen in werking voor levensmiddelen evenals een hygiëneverordening voor diervoer, een belangrijk onderwerp als het om voedselveiligheid gaat. Met deze verordeningen wordt onder andere geregeld dat de bedrijven die levensmiddelen of diervoeders produceren, verwerken, opslaan, vervoeren etc. door de overheid geregistreerd moeten zijn als levensmiddelenbedrijf en/of diervoederbedrijf. Een bedrijf wordt pas geregistreerd als het voldoet aan de hygiëne-eisen. Die zijn, in tegenstelling tot de gedetailleerde voorschrijvende normen van voorheen, open geformuleerd. Zo wordt bijvoorbeeld niet voorgeschreven dat een ruimte tot zekere hoogte betegeld moet zijn, maar wordt vereist dat een ruimte goed schoon te maken moet zijn. Hoe de producent dit in zijn specifieke situatie regelt is aan hem; dit past in het uitgangspunt dat de producent zelf verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn product. Wel moeten de maatregelen gebaseerd zijn op het zogenaamde HACCP-systeem. Ook is het mogelijk met hygiënecodes te werken, die door de branche kunnen worden opgesteld. De hygiënecodes moeten worden goedgekeurd door de minister van LNV, de controles op de naleving zullen worden uitgevoerd door de VWA. Consumentenbeleid Ook voor consumenten is het van belang om inzicht te kunnen hebben in de voedselketen. LNV geeft in dit kader subsidie aan het Voedingscentrum Nederland (VCN) voor het geven van voorlichting aan consumenten over voedselproductie. Ook verzorgt het VCN de voorlichting aan consumenten over een verantwoorde samenstelling van het voedselpakket en geeft het adviezen over het veilig bewaren en bereiden van voedsel. LNV draagt voorts bij aan onderzoeken van de Consumentenbond die betrekking hebben op voedselveiligheid en -kwaliteit. Daarnaast worden nieuwe wegen bewandeld om de belangen van consumenten en andere maatschappelijke stakeholders structureel te laten meewegen in de beleidsvorming, zoals de strategische dialoog en het Consumentenplatform. Voor specifieke consumentenzaken is in 2006 ca EUR 5 miljoen gereserveerd. Ook in 2006 zal LNV aan het Consumentenplatform vragen om mee te denken over actuele beleidsproblemen op het gebied van voedselkwaliteit en voedselveiligheid. Aan het platform nemen onder andere koks, trendwatchers, wetenschappers en consumentendeskundigen deel. Drie maal per jaar komen zij bijeen om een onderwerp te belichten vanuit consumentenperspectief, en het departement te voorzien van adviezen voor de verdere beleidsontwikkeling. Voorafgaand aan de bijeenkomst vindt kwalitatief en kwantitatief onderzoek plaats over het betreffende onderwerp onder verschillende groepen consumenten. De onderwerpen voor 2006 worden eind 2005 vastgesteld. Diergezondheid en crisisbestrijding Op het terrein van dierziektebestrijding wil Nederland ook in 2006 in Europees verband een voortrekkersrol spelen. Uitgangspunt is een meer maatschappelijk verantwoorde dierziektebestrijding. Verheugend is in dat kader de grote aandacht die vaccinatie heeft gekregen in de discussie over de toekomstige nieuwe bestrijdingsrichtlijn voor Aviaire Influenza (vogelgriep). Maatschappelijk verantwoord dierziektebeleid is ook de basis voor de inzet van Nederland in twee grote projecten van de Europese Commissie: de ‘Evaluatie van het Europese Diergezondheidsbeleid’ en het ‘Europees technologieplatform voor wereldwijde diergezondheid’. Deze projecten moeten een nieuwe visie op het Europese preventie- en bestrijdingsbeleid opleveren, en ertoe leiden dat de meest up-to-date instrumenten (vaccins en testen) voor de bestrijding van dierziekten beschikbaar komen. Voor diergezondheid en crisismanagement is in 2006 ca EUR 17,6 miljoen gereserveerd (exclusief apparaatsuitgaven).